Beleidsplan sociale veiligheid

Volleybalvereniging OMS Putten > Beleidsplan sociale veiligheid

Als volleybalvereniging willen we zowel op sportief hoog niveau volleyballen als op recreatief niveau volleyballen. Belangrijke kenmerken binnen onze vereniging zijn: gezelligheid, onderlinge samenhang en “familiegevoel”. Hierbij is het erg belangrijk dat we ook een veilige vereniging zijn en dan gaat het met name om sociale veiligheid. In onze vereniging willen we geen gelegenheid geven voor seksuele intimidatie of pesten of andere vormen van  onveiligheid. Iedereen moet zich welkom voelen en onderdeel zijn van het groepsgevoel.

 

1. Onze visie op sociale veiligheid

Sociale veiligheid binnen onze vereniging betekent dat onze leden, maar ook onze bezoekers, zich veilig voelen en zich beschermd weten tegenover grensoverschrijdend gedrag. Er is sprake van grensoverschrijdend gedrag wanneer één van de partijen niet (vrijwillig) instemt met uitingen of gedragingen van een ander. Voorbeelden hiervan zijn: zedenmisbruik, stelen, druk vanuit de groep, pesten, enz. 

 

Vanuit het bestuur en alle kaderfuncties werken we actief mee om onze leden en bezoekers op alle manieren te beschermen. 

 

Om het bewustzijn te verhogen zullen we op onze website en tijdens de ALV aandacht geven aan sociale veiligheid. Ook moet dit tot uiting komen in alle handelingen binnen onze vereniging. 

 

Om de sociale veiligheid te bewaken en te verbeteren is er een vertrouwenscontactpersoon aangesteld en zijn er gedragsregels voor iedereen binnen de vereniging opgesteld. Voor alle bestuursleden en trainers wordt een Verklaring omtrent gedrag (VOG) aangevraagd. Deze VOG wordt elke drie jaar opnieuw aangevraagd.

 

Tenslotte is er ook een meldingsprocedure voor incidenten opgesteld en via de website kenbaar gemaakt.

 

2. Vertrouwenscontactpersoon

Breed onderzoek binnen sportverenigingen in Nederland de afgelopen jaren heeft uitgewezen dat er grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden in verschillende sportkringen en op verschillende niveaus. Om als volleybalvereniging hier maximaal aandacht aan te besteden om dit te voorkomen is binnen de vereniging een vertrouwenscontactpersoon aangesteld. Hij wil fungeren als centraal aanspreekpunt om zo met elkaar te zorgen dat de wijze waarop we binnen de club met elkaar omgaan respectvol en veilig is.

 

Voorkomen is beter dan genezen

Bij de vertrouwenscontactpersoon kun je terecht met vragen die je niet gemakkelijk stelt of waarvan je bang bent dat er niet serieus op gereageerd gaat worden. Dit geldt voor alle leden, vrijwilligers en ouders. Daarbij: snel melden, erover praten en zorgen dat er (vroegtijdig) een einde gemaakt wordt aan een ongewenste situatie maakt dat deze niet verergert en dat herhaling zo voorkomen wordt.

 

Wanneer kun je terecht bij de vertrouwenscontactpersoon?

Als je vragen hebt over of te maken hebt met:

  • pesten en gepest worden
  • machtsmisbruik en verbale agressie
  • het gevoel hebben dat je er door je huidskleur, geloof of seksuele voorkeur niet bij hoort
  • grensoverschrijdend gedrag (machtsmisbruik, verbale agressie, ongewenste intimiteiten): de manier waarop je benaderd en/of aangeraakt wordt door een teamlid, trainer of coach of gedrag dat je als onprettig ervaart
  • een vermoeden van grensoverschrijdend gedrag: je denkt dat iemand in jouw directe omgeving hiermee te maken heeft
  • de wijze waarop er met je kind wordt omgegaan binnen de vereniging/het team
  • twijfels bij jezelf of jouw gedrag als trainer en/of coach verstandig is (bijvoorbeeld wel of niet in de kleedkamer zijn als het team onder de douche staat)
  • iemand die je direct of indirect beticht van ontoelaatbaar gedrag
  • het beschuldigd worden van eerder genoemd gedrag
  • of je vraag bij de vertrouwenscontactpersoon van Volleybalvereniging OMS op de juiste plaats is.

 

Wat doet de vertrouwenscontactpersoon?

Hij luistert naar je verhaal en helpt je zoeken naar mogelijkheden om de situatie op te lossen. Informatie wordt strikt vertrouwelijk behandeld. Hij doet niets wat je niet weet.

 

De vertrouwenscontactpersoon kan je helpen bij het indienen van een klacht bij de vereniging, sportbond of politie. Maar gewoon even praten kan ook.

 

Hij geeft voorlichting over ongewenst gedrag, zorgt voor adequate opvang van degene die klachten heeft over ongewenst gedrag, zoekt naar een informele oplossing en staat de melder/beschuldigde terzijde bij het indienen van een formele klacht.

 

Hij is bevoegd, met in achtneming van de nodige vertrouwelijkheid, melder, beschuldigde en/of andere betrokkenen aan te horen en informatie in te winnen voor zover dit voor de uitvoering van zijn taken noodzakelijk is. Hij is bevoegd om voor de uitoefening van zijn werkzaamheden advies in te winnen bij deskundigen.

 

Hoe vertrouwelijk is een vertrouwenscontactpersoon?

Dat het in bepaalde situaties belangrijk kan zijn om ook andere personen bij een vraag of probleem te betrekken of elders advies te vragen zal duidelijk zijn. Dit natuurlijk altijd in samenspraak en in goed overleg. Met de inhoud van de gesprekken die er tussen jou en de vertrouwenscontactpersoon van Volleybalvereniging OMS plaatsvinden zal vertrouwelijk worden omgegaan.

 

Verantwoordelijkheid?

De activiteiten van de vertrouwenscontactpersoon vallen onder de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur van Volleybalvereniging OMS. Bij het afsluiten van het jaar, of indien nodig tussentijds, rapporteert de vertrouwenscontactpersoon aan de voorzitter of er meldingen zijn geweest, van welke aard deze meldingen waren en hoe voortgang en afsluiting hebben plaatsgevonden. In deze rapportage zullen geen namen genoemd worden.

 

Wie is de vertrouwenscontactpersoon?

Jaap Landman is de vertrouwenscontactpersoon van Volleybalvereniging OMS. 

pastedGraphic.png

Mijn naam is Jaap Landman. Ik speel bij het eerste herenteam van OMS en overdag werk ik op het Christelijk College Groevenbeek.

Bij deze school ben ik jarenlang vertrouwenspersoon geweest. In die hoedanigheid kreeg ik veel te maken met privé-problematiek van leerlingen, die iemand zochten waar ze naar toe konden gaan met hun problemen. Samen zocht je dan naar een oplossing, of moest je doorverwijzen naar een huisarts , bureau Jeugdzorg e.d.

 

Bij een volleybalvereniging zal er niet zo vaak een beroep gedaan worden op een vertrouwenspersoon, vermoed ik. Toch denk ik dat het goed is dat er iemand is waarbij je terecht kan als er zaken zijn die je om een of andere reden, niet met anderen kunt of wilt delen.

Je kunt Jaap bereiken via telefoon (06-30185776) of per mail (jaaplandman@groevenbeek.nl).

 

Vertrouwenscontactpersoon Nevobo

Indien je met een andere vertrouwenscontactpersoon wilt spreken buiten onze vereniging, is het ook mogelijk contact te zoeken met de vertrouwenscontactpersoon van de Nevobo. Dat is Janine Pleizier, te bereiken via mail (janine.pleizier@nevobo.nl) of bel 06 4631 7335.

 

3. Meldingsprocedure seksuele intimidatie

Dit protocol beschrijft hoe moet worden gehandeld bij situaties waarin sprake is (of vermoedens zijn) van seksueel misbruik of ander ongewenst gedrag. Het protocol biedt bescherming aan de melder en degenen die naar het protocol handelen, aan het vermoedelijke slachtoffer en aan degene die beschuldigd wordt. Het protocol geeft ook een verplichting aan de club om te handelen op de vastgelegde manier.

 

Het protocol heeft betrekking op het contact tussen begeleiders en spe(e)l(st)ers en op grensoverschrijdende contacten tussen spe(e)l(st)ers onderling. Naast dit meldprotocol, kan melden leiden tot het doen van aangifte wanneer er sprake is van (vermoeden) van één of meerdere strafbaar feiten. Verder kan melding leiden tot (voorlopige) maatregelen ten opzichte van de beschuldigde.

 

Wat is seksueel misbruik c.q. seksuele intimidatie?

De Nederlandse (straf)wetgeving geldt voor iedereen, dus ook voor gebeurtenissen die zich binnen en bij onze vereniging afspelen. In het Wetboek van Strafrecht (Sr) stellen diverse wetsartikelen bepaalde seksuele gedragingen strafbaar.

 

Wij richten ons op het voorkomen van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Daaronder vallen ook gedragingen die leiden tot seksueel misbruik, of het scheppen van een klimaat waarin misbruik gedijt. Derhalve is een gedragscode ontwikkeld die elke vorm van seksueel grensoverschrijdend gedrag buiten de orde verklaart.

 

Om welke gedragingen gaat het?

In de gedragscode staat duidelijk verwoord welke gedragingen niet zijn toegestaan, zoals:

  • Alle seksuele contacten met kinderen tot 18 jaar;
  • Een seksueel/erotisch geladen sfeer scheppen (ook via afbeeldingen, post, telefoon, sms, e-mail, internet);
  • Intieme relaties tussen jeugdleden en begeleiders;
  • Ongewenste aanrakingen.

 

Signaleringstaak

Alle leden, maar zeker bestuursleden en aangestelde vrijwilligers hebben een taak in het signaleren van (vermoedens van) seksueel misbruik en grensoverschrijdend gedrag. We verwachten dat zij niet alleen de grovere vormen serieus nemen, maar ook de zogenaamde ‘mildere’ grensoverschrijdende gedragingen. Deze komen het meest voor en zijn vaak een signaal voor een klimaat waarin ernstigere vormen meer kans kunnen krijgen. Wanneer mildere vormen van grensoverschrijdend gedrag worden gesignaleerd, verwachten wij dat eenieder daar de betreffende perso(o)n(en) daarop aanspreekt en corrigerend optreedt.

 

Meldplicht bij (vermoedens/signalen) van seksueel misbruik

Iedereen die seksueel misbruik vermoedt, of erover hoort, is verplicht dit te melden bij een bestuurslid of vertrouwenscontactpersoon. Wanneer wordt getwijfeld over de ernst of het terecht zijn van een vermoeden, geldt een consultatieplicht bij de vertrouwenscontactpersoon die je om advies kunt vragen. Indien er (vermoedens van) seksueel misbruik direct geuit worden bij een bestuurslid of vrijwilliger dan gaat deze niet zelf tot handelen over, maar schakelt de vertrouwenscontactpersoon in.

 

De meldplicht overstijgt alle andere belangen die in het geding zouden kunnen zijn, zoals de wens tot geheimhouding bij het slachtoffer. Het is niet aan melder om aan waarheidsvinding te doen, dit kan een eventueel juridisch traject verstoren.

 

Let wel: een melding is géén beschuldiging! Na een melding wordt zorgvuldig en objectief onderzocht wat er aan de hand is. Het bestuur kan zich desgewenst laten adviseren door (externe) deskundigen over verdere handelwijzen, dit kan laten vertalen in:

  • Gesprek met beschuldigde;
  • Informatief gesprek met de politie;
  • Instellen calamiteitenteam;
  • In gang zetten meldprocedure;
  • Aangifte bij politie;
  • Voorlopige maatregelen ten aanzien van de vermoedelijke pleger/beschuldigde;
  • Veiligstellen en opvang van het slachtoffer;
  • Informatie aan betrokkenen;
  • Nazorg.

 

Voorlopige zwijgplicht na een melding

Naast de meldplicht geldt een voorlopige zwijgplicht voor het bestuur, de melder en anderen ten opzichte van derden. Vanzelfsprekend kunnen deze betrokkenen zich wel uiten bij de vertrouwenscontactpersoon.

 

Een voorlopige zwijgplicht is nodig opdat er niet meer personen bij een zaak worden betrokken dan – voor een zorgvuldige behandeling- noodzakelijk is. Er moet worden voorkomen dat geruchten ontstaan en iemand al bij voorbaat als ‘schuldig’ wordt bestempeld. De zwijgplicht is ook belangrijk om te zorgen dat een eventuele strafrechtelijke procedure niet wordt belemmerd.

 

Hoe te handelen bij vermoedens of feiten rond seksuele intimidatie?

Er zijn vele signalen die op seksuele intimidatie kunnen duiden, maar het belangrijkste signaal is misschien wel: “Ik heb het gevoel dat er iets niet klopt.” Ga het volgende na en probeer alleen feiten te benoemen:

  • Wanneer begon de ongerustheid? Waardoor?
  • Wat is er precies gebeurd?
  • Om welke signalen gaat het? Wanneer doen ze zich voor?
  • Zijn er geleidelijke of plotselinge gedragsveranderingen?
  • Hoe lang is dit al aan de hand

Het kan ook zijn dat een lid spontaan vertelt over het (seksuele) intimidatie dan wel grensoverschrijdend gedrag, een ouder zijn/haar zorgen uitspreekt, of dat je het zelf ter plekke constateert. Ook dan geldt: Meld het bij de vertrouwenscontactpersoon!

 

4. Gedragsregels m.b.t. seksuele intimidatie

 

Hieronder staan de gedragsregels zoals die door NOC-NSF zijn opgesteld. Deze regels gaan uit van een begeleider en sporter(s). Overal waar begeleider staat, kun je dit ook op jezelf van toepassing verklaren.

 

  1. Veilige omgeving 

De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig kan voelen. 

 

  1. Waardigheid 

De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast en verder in het privéleven van de sporter door te dringen dan nodig is in het kader van de sportbeoefening. 

 

  1. Seksuele intimidatie 

De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter. 

 

  1. Seksueel misbruik 

Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot achttien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik. 

 

  1. Aanraking 

De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten. 

 

  1. Intimiteiten

De begeleider onthoudt zich van (verbale) seksueel getinte intimiteiten via welk communicatiemiddel dan ook. 

 

  1. Privéruimte 

De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleed- of hotelkamer. 

 

  1. Bescherming 

De begeleider heeft de plicht – voor zover in zijn vermogen ligt – de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen. 

 

  1. Tegenprestaties 

De begeleider zal de sporter geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan. 

 

  1. Naleving 

De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragsregels zal hij de daartoe noodzakelijke actie(s) ondernemen. 

 

  1. Verantwoordelijkheid 

In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.